Jan Zwemer schrijft

         
         Home     I     Schrijven in opdracht     I     Dichter - Optredens     I     Teksten corrigeren     I     Projecten     I     Publicaties     I     Weblinks     I     Contact         
     
 

Bezinning op onderwijsrevolutie is nodig

(zonder de twee laatste alinea’s gepubliceerd in ‘Friesch Dagblad’, 10-12-2011 en dito in de weekeindkrant ‘Het Goede Leven’, 16/23-12-2011)


Een nieuwe onderwijsrevolutie lijkt op til. Wie dit woord ‘googlet’ op internet, vindt allerlei programma’s die aansturen op herstructurering van het onderwijs. Soms gaat het om de faciliteiten, vaker om methoden die de leerling centraal stellen en nog vaker om studeren met behulp van digitale technieken. Enkele alternatieven zijn ouder, de meeste gloednieuw: juist in zwang, in een experimenteel stadium of alleen nog maar bedacht. We kunnen slechts raden welke gevolgen deze aanstormende onderwijsvernieuwingen zullen hebben.
In Nederland lijkt men eerder te roepen om rust in onderwijsland dan om radicale vernieuwingen na de vele vanuit het Ministerie in Zoetermeer aangestuurde minirevoluties van de laatste decennia. Dat lijkt niet verkeerd. Nederland heeft net als veel andere landen in het midden van de twintigste eeuw al deelgehad aan een onderwijsrevolutie in het middelbaar en hoger onderwijs. Had in 1971 nog 43 procent van de Nederlanders alleen lager onderwijs genoten, sindsdien is dat aandeel sterk gedaald. Het aandeel academisch gevormden in de volwassen bevolking verdubbelde tussen 1930 en 1960 en steeg daarna nog sneller.

bezinning
De bezinning op deze recente onderwijsrevolutie lijkt nog maar in de kinderschoenen te staan. Wat heeft zij betekend voor de Nederlandse samenleving in het algemeen? Wat waren, naast de overduidelijke goede kanten, de keerzijden ervan? Het is bekend dat er een tijdlang teveel alfawetenschappers zijn opgeleid terwijl het land schreeuwt om technici. Denkers in binnen- en vooral buitenland vragen al geruime tijd aandacht voor het sterk naar beneden bijgestelde niveau van de opleidingen en spreken over een ‘formele geletterdheid’ die vooral een nieuwe vorm van ongeletterdheid zou zijn.
Sommige critici, zoals de Engelsman Ken Robinson, promoten vanuit een dergelijke analyse de roep om een nieuwe onderwijsrevolutie: doe wat je graag doet en probeer in dat vak zoveel mogelijk vooruit te komen. Wat een frustratie is het voor die jongen die al vanaf zijn basisschooljaren brandweerman wil worden om steeds van zijn leerkrachten te horen dat dat een verspilling van zijn talenten zou zijn. In een normale samenleving zijn volgens Robinson velerlei talenten aanwezig en de obsessie met academische vorming doet daaraan beslist tekort.

collectieve migratie
Een ander negatief gevolg van de onderwijsrevolutie was mogelijk het verdwijnen van een deel van het traditionele, ‘natuurlijke’ leiderschap uit de lokale en regionale samenlevingen. In allerlei Nederlandse regio’s gingen kinderen studeren waarbij een groot deel van hen na afloop van hun studie niet meer terugkwam. Zij raakten gewend aan frequent contact met andere hoogopgeleiden, vonden in dat milieu vaak ook een partner en gaven er de voorkeur aan in de omgeving van de studieplek te blijven. De studievrienden woonden er immers ook, er waren veel hooggekwalificeerde banen en trouwens, de partner uit een andere regio zou in de thuisregio vast niet kunnen wennen.
Deze trend, die mogelijk de laatste decennia al wat aan het afzwakken is – zo lijken afgestudeerde jongeren in Midden-Zeeland al meer ‘terug te komen’ dan in de jaren zeventig en tachtig – heeft niet alleen zijn repercussies op de intellectuele cultuur in Nederland, maar ook op de achterblijvers. Nu was dat voorheen misschien ook zo, maar door de grote aantallen bij de onderwijsrevolutie betrokkenen kan deze collectieve migratiebeweging eventueel zelfs een verschuiving van kwalitatieve aard op gang hebben gebracht in de ‘leeggezogen’ regio’s of plaatsen.

terugkeerders
Eigenlijk is mijn betoog een verbijzondering van bepaalde delen van
Hoe God verdween uit Jorwerd door Geert Mak. In zijn hoofdstuk ‘De stad, het kasteel en het dorp’ beschrijft hij helder en beknopt de instroom van rustzoekers, streekgenoten en niet-Friezen in Jorwerd en hoe zij op hun beurt bijdroegen aan de dorpscultuur – over het algemeen in positieve zin. Het wegtrekken van de jongeren stipt hij alleen aan om de veranderingen in de leeftijdsopbouw van het platteland te verklaren. De Jorwerters die wat ouder waren dan Mak zelf, waren duidelijk nog niet door de onderwijsrevolutie beïnvloed. Onder deze spilfiguren in het dorpsleven waren er die ongetwijfeld hadden kunnen ‘doorleren’ en daarmee potentiële vertrekkers worden, maar die dat niet hadden gedaan. Onder Maks leeftijdgenoten, de hippiegeneratie, krijgt de onderwijzer Douwe veel aandacht. Hij staat model voor de categorie die traditioneel een grote rol speelde in het culturele leven op het platteland. Onderwijzers integreerden via de school gemakkelijk in de lokale samenleving en hadden in veel gevallen hun roots in de eigen provincie: Nederland kende immers tientallen Pedagogische Academies. Pas bij de generatie daarna, die jong was in de jaren 1980, valt het woord ‘terugkeer’: een deel van hen kijkt eerst rond in de buitenwereld en vestigt zich dan weer in Jorwert.
‘Terugkeerders’ hebben vaak een bijzondere levensgeschiedenis die draait om hun deelhebben aan de onderwijsrevolutie van de twintigste eeuw. Een student agogiek uit Colijnsplaat keerde tijdens zijn studie in Utrecht elk weekeind naar het ouderlijk huis terug om na afsluiting van zijn studieperiode daar ook weer te gaan wonen. Hij nam het kleine landbouwbedrijf van zijn vader over en combineerde dat met het harde vak van handkokkelvisser in de Oosterschelde. Toen dat laatste hem zijn knieën had gekost, liet hij zich omscholen tot onderwijzer – een soort terugkeer tot de agogiek. Door de tijd heen bleef hij steeds meer contact houden met de
rank and file van de dorpelingen dan bijvoorbeeld een vriend van hem, een Goesenaar wiens grootouders in Colijnsplaat gewoond hadden en die er een tweede huisje had. Hoewel deze academicus in commissies zitting had en met allerlei lokale leidersfiguren overweg kon, bleef hij in de ogen van anderen een buitenstaander.

informeel leiderschap
Dit laatste en ook de verhalen van Mak over de Jorwerters raken aan het gegeven dat de vervanging van een aanzienlijk deel van de toplaag in een samenleving door binnenlandse migratie, onrust kan veroorzaken. De nieuw gevestigden die qua bekwaamheid de potentie hebben om het informele leiderschap op zich te nemen, delen meestal niet de specifieke culturele bagage van de oorspronkelijke bevolking. Dat gaat vooral om kennis en om de juiste toepassing ervan: wie de gevoeligheden kent en de karakters kan plaatsen in het verband van de families, de goede toon weet te treffen, kan veel bereiken of heeft althans een voorsprong.
In dat licht mag de vraag gesteld worden welk effect de vorige onderwijsrevolutie gehad heeft op de Nederlandse samenleving en vooral op het deel dat relatief vér van de onderwijscentra vandaan ligt. Missen de achtergebleven dorpsbewoners hun broers, zussen, neven, nichten en buurkinderen met een hogere opleiding die verderop in het land wonen? Voelen zij zich misschien minder in tel, doordat hun ouders ernaar neigden de studie van die anderen op te hemelen, of bevorderde het gebleven contact met die broers en zussen juist de openheid van de achterblijvers voor studie en de wereld buiten de regio? Missen zij de gemigreerde broers, zussen, neven, nichten en buurkinderen misschien in hun rol van natuurlijke belangenvertegenwoordigers bij instanties en bemiddelaars in conflicten? In het dorp van inwoning van de schrijver van dit artikel wordt nog verteld over ‘Piet A’, een gepensioneerd landbouwer die in de eerste dertig jaar van de vorige eeuw functioneerde als bemiddelaar bij conflicten. Hij was strikt rechtvaardig en wijs, zijn oordeel werd door beide partijen aanvaard. Mensen als Piet A zouden na de onderwijsrevolutie natuurlijk gestudeerd hebben en vervolgens verdwenen zijn. Wie zou hem hebben kunnen vervangen, iemand die een vertrouwen genoot dat gedurende decennia was opgebouwd?
Aan deze observatie kan ik nog een nuancering ‘ophangen’ die te maken heeft met de rol van de verzuiling. Het dorp waar Piet A woonde was in meerderheid gereformeerd. Vermoedelijk sloeg daarom de onderwijsrevolutie er hard toe. Juist in sterk verzuilde lokale samenlevingen werden veel waarden gedeeld. Ideeën en (gewenste) houdingen werden er
top-down doorgegeven en vrij algemeen gedragen. Tussen formele leiders, informele leiders en de rank and file bestonden overlappingen en de contacten in het verenigingsleven waren frequent. Maar vooral in de gereformeerde zuil werd opleiding dusdanig gewaardeerd dat in de jaren zestig de eerste generaties middelbare scholieren massaal een academische opleiding gingen volgen. Heel weinigen uit het dorp van Piet A keerden terug. Nu wordt bijvoorbeeld de dorpsvereniging gedragen door een groep dorpelingen met een hogere beroepsopleiding, ten dele uit het dorp zelf afkomstig – onder wie een onderwijsman. Informele leiders zijn zij amper – een status als die van Piet A ligt honderd jaar later uiteraard niet voor de hand – en de lager opgeleiden in het dorp volgen vooral de laatste grillen van de Nederlandse cultuur die het via het televisiescherm krijgt aangeboden.
Daar staat tegenover dat in dezelfde regio het overwegend hervormde en weinig verzuilde dijkwerkersdorp Westkapelle nog steeds dezelfde hechte samenleving vormt die het traditioneel was. Veel inwoners uit de naoorlogse generaties kozen er niet voor de hoogst mogelijke opleiding omdat zij niet ‘achter de toren’ wilden wonen maar ergens aan de voet van de dijk. Wat dit aan eventueel verlies betekent zal niemand ooit weten, maar de winst is duidelijk: Westkapelle bloeit als dorpssamenleving in een tijd die te boek staat als één van voortschrijdende individualisering. In het dorp van Piet A ligt dat duidelijk anders. De onderwijsrevolutie – ging die er misschien gewoon te snel?

Jan Zwemer is onafhankelijk historicus (free-lance) en publicist.

 
 

Ga terug naar de vorige pagina

 
     
 

Webdesign Het-Kompjoetertje